dikke vingers


Jenna zegt:
Stevig.
Het stukje blote been dat de wandeldames laten zien is stevig. Stevig. Dat valt Jenna altijd op bij kuiten, of ze stevig zijn. Jenna is er niet. Jenna ligt in NY op de bank. Jenna is misselijk van baby York die in haar buik groeit. Ik heb het uitzicht voor mezelf.
De dames staan naast me aan het stoplicht. Het stoplicht tikt. Een van de dames tikt ook. Ze heeft twee korte stokjes in de hand. Aan het uiteinde van de stokjes is een gaatje en door het gaatje gaat een touwtje. Het touwtje hangt om haar pols. Als een straatmuzikant jongleert ze de stokjes en slaat ze ritmisch op elkaar.
De klank is erg helder. De dame die het dichtst naast me staat heeft ook twee stokjes. Wat is dat voor een muziekinstrument, vraag ik. Dikke vingers, zegt de vrouw. Dikke vingers in de vierdaagse.
Geen dikke vingers. Ik weet niet hoe het werkt, zegt de vrouw.
Geen dikke vingers.
De stokjes die ze in haar handen draagt voorkomen het opzwellen van haar vingers tijdens lange wandeltochten begrijp ik uit haar antwoord. Oh. Ik dacht dat het een muziekinstrument was, zeg ik.
Ha, zegt de vrouw, een muziekinstrument. Het zijn gewoon twee stukjes bezemsteel. Ze tikt de stokjes tegen elkaar.
Niet meer ritmisch. Niet meer zo stoer.
Ze luistert naar de klank van de stokjes.
Ze twijfelt of het wel mag. Muziek maken met twee stukjes bezemsteel.


Jenna woont downtown Manhattan, gaat bijna trouwen en is zwanger van baby York

« televisie kijken | status anxiety »